Aan het einde van de 18de eeuw en het begin van de 19de eeuw komt er een nieuwe cultuurhistorische periode op gang: de Romantiek. Deze stroming ontstaat door het verzet tegen de Verlichting, de opkomst van de industrie en verstedelijking. Het gevolg daarvan is dat er een eenzaamheid van het individu ontstaat in anonieme maatschappij. Er zijn dan ook veel andere maatschappelijke veranderingen op sociaal-economisch gebied. De Romantiek heeft de volgende kenmerken:
- het is in eerste plaats het centraal stellen van het gevoel, dat was een tegenstelling tot het gevoel tijdens het rationalisme. De Romantiek is een reactie van de periode op nuchterheid en verstandelijke benadering van de werkelijkheid.
-Men wil het dagelijkse leven uit en vlucht naar een wereld van dromen, religie, fantasie, sprookjes, mythologie en het buitenaardse.
- De behoefte naar de natuur was groot. Men begint de waarde weer in te zien Vande onbedorven natuur en de primitieve beschadigingen.
- De romantici wilden een duidelijke lijn tussen het Classicisme en de Romantiek.
- De 19e eeuw was ook een periode van internationale ontwikkelingen: handel, kolonialisme en nog steeds de industrie. Daarbij ontstaat een sterk gevoel van nationalisme.
- De Romantiek was in Duitsland, Frankrijk en Engeland veel duidelijker aanwezig dan in Nederland. Deze landen maakten een veel grotere bloei door, daarom wordt de romantiek in deze landen ook eerder gedateerd.
De Romantiek was een stroming in de westerse cultuur, die vooral aan het eind van de 18e en 19e eeuw sterk gelde in de kunst, (zoals beeldende kunst, literatuur, en muziek) en ook het intellectuele leven met name Duitsland, Frankrijk, en het Verenigd Koninkrijk, maar ook in België en Nederland. Het was allemaal een tegen reactie op de Verlichting. Dat is de periode die zich voor de Romantiek afspeelde. Tijdens de Romantiek werd de persoonlijke zienswijze als uitgangspunt genomen. Hierdoor kwamen introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit, en verbeelding centraal te staan. De Romantiek is niet zozeer te beschouwen als stijlperiode, maar eerder als geestesrichting, dominant onder de jonge generaties van zowel de burgerij als de adel en ook van vrouwen zoals de schrijfster en feministe Mary Wollstonecraft.
De naam Romantiek komt af van het middeleeuwse woord 'romances'. Dat zijn verhalen waarin feilbare mensen de droom van volmaaktheid najagen. De Romantiek werd verder onderverdeeld in drie sub-periodes: De Vroege Romantiek ( tot 1830), De Hoog Romantiek (1830-1850), en de Late Romantiek (1850-1890). De vroege fase werd vormgegeven in de literatuur en dichtkunst, de late vooral in de schilderkunst waar veel strijd en concurrentie was.
De Franse revolutie speelde een belangrijke rol in de verandering van geestelijk klimaat aan het eind van de 18e eeuw. De eerste fase van de Franse Revolutie was overigens toekomstgericht. Er werd nog steeds gemarkeerd door de verklaring van de rechten van de mens en de burger en het doorsnijden van historische banden, zoals mag blijken uit hun symbolische vernietiging in de bestorming van de Bastille waaruit de politieke gevangenen van het 'Ancien Régime' bevrijd werden. Onder Napoleon zou echter de historische traditie in zijn keizerschap herleven. Dat greep dan niet terug op het decadente Franse koningschap maar op het mythische Romeinse keizerschap.
Tijdens de Romantiek werd de overwaardering van de rationele zijde van de mens die de eeuw ervoor had gekenmerkt op de korrel genomen. Romantici keerde zich tegen de koele objectiviteit van rationalistische denkers en hun wetenschap. Zo werd Isaac Newton bestempeld als de 'vleesgeworden duivel' door William Blake. Dat leidde tot verzet tegen de overheersing van wetenschap en technologie, en dat met name in de industrialisatie en urbanisatie die organisch gegroeide samenlevingsverbanden uiteentrok en traditioneel vakmanschap devalueerde. Dit kreeg een politieke uitwerking in de vroege sociale beweging van het Saint Simonisme en heeft ook Marx niet onberoerd gelaten. Ogenschijnlijk tegenstrijdig uitte zich het streven naar vooruitgang dan in herwaardering van authentieke levensvormen. Zowel gelovig conservatisme als revolutionair reformisme bedienden zich in dit opzicht van dezelfde oriëntaties.
De Romantiek stelde voorop het gevoel, de fantasie, de verbeelding, de intuïtie, het onderbewuste, het onverklaarbare en het raadselachtige, vervormend in het demonische dat in de gothic novel ook elders in Europa navolging kreeg als literair genre. Deze emotionaliteit en verlangen naar beleving van het onverklaarbare leidden tot uittreden uit de maatschappij, bekering tot het ultramontane katholicisme, intreding in het klooster en als uiterste tot zelfmoord. Dit wordt wel de Zwarte Romantiek genoemd. Als vroeg voorbeeld geldt Goethe's 'Die Leiden des jungen Werthers', een roman die eindigde met de zelfmoord van de hoofdpersoon, en rondom navolging kreeg.
Romantici vonden zich niet in de vooruitgangsgedachte, maar waren bezorgd voor de toekomst en nostalgisch naar het verleden. Voor sommigen geldt de Romantiek daarom als een laatste traditionele reactie tegen de vooruitgang. Tegenover de tijdloze rede van de verlichting stelt de Romantiek het historische bewustzijn, de Zeitgeist: 'de wereld ontwikkelt zich niet volgens rationeel kenbare wetten waarvan de uitkomst vaststaat, maar door krachten die nooit geheel gekend en voorzien kunnen worden'. Deze opvatting leidde tot het concept De Geschiedenis. Geschiedschrijving werd hierdoor meer dan het noteren van gebeurtenissen. Er moest een verhaal worden ontdekt.
Vriendschap was volgens de romantische levenshouding de belangrijkste vorm van loyaliteit die een mens kende. Vrienden kies je immers op grond van hun aard. In samenspraak met gelijkgestemde vrienden kan de identiteit nog beter worden onderzocht. Ook de romantische liefde kenmerkt zich door een grote aandacht voor de karakters van de beide geliefden. Voorheen werd partnerkeuze vooral bepaald door maatschappelijke overwegingen. Absolute vrijheid leidde ook tot de vrijheid om een ander af te wijzen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb